€ 10,50
Op voorraad
DADA Het kubisme
Rond 1900 was Parijs het middelpunt van de kunstwereld. Daar werd dat jaar de Wereldtentoonstelling gehouden. Ook werden er veel tentoonstellingen van gevestigde kunstenaars georganiseerd in het Louvre, het Grand Palais, het Petit Palais en het Champ de Mars. Galeries, zoals die van Paul Durand-Ruel (1831-1922) en Ambroise Vollard (1866-1939), toonden werk van avant-garde kunstenaars. In Parijs gebeurde het allemaal. Daar kon je naam maken en beroemd worden. Kunstenaars van over de hele wereld verhuisden naar de Franse hoofdstad. Ze kwamen vaak terecht in buitenwijken als Montmartre en Montparnasse waar de woningen en ateliers nog betaalbaar waren. Al die kunstenaars met al die nieuwe ideeën woonden bij elkaar om de hoek, en zagen elkaar op straat, of aan het einde van de dag in het café op de hoek.
Het was de tijd van het post-impressionisme. De schilder Cézanne liet het perspectief los in zijn werk. Picasso zei later: ‘Wat Cézanne met de werkelijkheid heeft gedaan, was veel vooruitstrevender dan de stoommachine’. Dat is misschien wat overdreven, maar Cézanne effende zeker de weg. Kubistische kunstenaars wilden een voorwerp van verschillende kanten laten zien. Driedimensionale voorwerpen werden uit elkaar gehaald en als abstracte stukjes op een tweedimensionaal doek geschilderd. Een toeschouwer ziet het voorwerp van verschillende kanten, allemaal tegelijk. Kleur was minder belangrijker. Het palet van de kubisten bestaat uit bruin en grijs, aangevuld met zwart en wit. Ook het onderwerp was ondergeschikt. Ze schilderden vooral stillevens, maar ook wel landschappen en portretten.
De Spaanse kunstenaar Picasso was ook naar Parijs verhuisd. Hij leerde daar in 1907 Braque kennen. Picasso woonde en werkte in de Bateau-Lavoir, om de hoek van Rue d’Orsel, waar Braques zijn atelier had. Ze zagen elkaar bijna elke dag. Samen met Gris ontwikkelden Picasso en Braque het kubisme. De beginfase wordt ook wel analytisch kubisme genoemd. Later ontstond het zogenaamde synthetisch kubisme. Een terugkeer naar simpele vormen, heldere kleuren en nieuwe technieken zoals collages waarbij papier en kranten onderdeel zijn van het schilderij. Deze ontleding van de werkelijkheid was het begin van de moderne kunst.
De Eerste Wereldoorlog betekende het einde van het kubisme. Braque moest naar het front, waar hij in 1915 zwaar gewond raakte aan zijn hoofd. Hij onderging een zware operatie, het herstel duurde twee jaar. Ook Derain was aan het front, net als veel andere kunstenaars.
Het kubisme wordt vaak gezien als een stroming die alleen op zoek was naar de vorm, maar de vraag is of dat klopt. Op de site van het Tate in Londen staat dit citaat van Picasso:
Als een stukje krant een fles kan worden, geeft dat ons iets om over na te denken, zowel bij kranten als bij flessen. Dit verplaatste object is een universum binnengegaan waarvoor het niet gemaakt is en waar het tot op zekere hoogte zijn vreemdheid behoudt. En over deze vreemdheid wilden we mensen aan het denken zetten, omdat we ons er terdege van bewust waren dat de wereld heel vreemd en niet bepaald geruststellend aan het worden was*.
De wereld was inderdaad vreemd en zeker niet geruststellend. Na de Eerste Wereldoorlog waren er 4.935.975 doden aan Geallieerde kant, en 3.289.196 bij de Centralen. Een totaal van 8.225.171 doden. Krankzinnig en bijna niet te bevatten. Het kubisme had het voorvoeld, en aangekondigd. In dit nummer laten we zien wat het was, hoe het ontstond en ook hoe het overging in nieuwe kunststromingen.
Op voorraad
This is Tooltip!
Verzending binnen 1 werkdag
Content tekst
Hier ben je misschien ook in geïnteresseerd
Wees de eerste om “DADA Het kubisme” te beoordelen Reactie annuleren
Beoordelingen
Er zijn nog geen beoordelingen.